Hoe werkt een scooter?
Hoe werkt een 4-takt motor
- Startend met een lege cilinder met de zuiger in de bovenste positie zijn de volgende vier slagen:
- Inlaatslag: een inlaatklep gaat open en de zuiger gaat naar beneden, brandbaar gasmengsel(benzine en lucht) vult de cilinder;
- Compressieslag: de klep gaat dicht en de zuiger gaat weer naar boven;
- Arbeidsslag: een vonk (van de bougie) ontsteekt het mengsel en de zuiger wordt door de explosie met kracht naar beneden geduwd;
- Uitlaatslag: een uitlaatklep gaat open, en de zuiger gaat naar boven en drukt het afgewerkte gasmengsel uit de cilinder.
Uitleg van de onderdelen
Accu
De accu zorgt voor stroom bij het starten en eventueel voor verlichting, toeter en andere elektronische onderdelen.
De accu kan na loop van tijd leeg raken.
Bij langdurige inactiviteit (zoals een winterstop) is het voor de levensduur van de accu dus erg van belang dat een juiste acculader wordt gebruikt.
De normale levensduur van een loodaccu is 3 tot 10 jaar, afhankelijk van het type accu en de toepassing.
Ontsteking
De ontsteking is het systeem van accu, bobine, stroomverdeler, onderbreker en bougie, dat op het juiste tijdstip de ontbranding van het gecomprimeerde gasmengsel verzorgt maar ook voor verlichting en het bijladen van de accu.
CDI
De CDI is een kleine “computer” die zorgt dat de vonk op het juiste tijdstip via de bougie in de cilinder wordt gestuurd. Als de CDI niet meer werkt zal de motor slecht of helemaal niet lopen.
Vaak gaat een CDI kapot door de warmte die deze zelf genereert.
Bobine
De bobine zorgt dat de elektrostroom richting bougie gaat zodat de bougie een vonk kan generen. Als deze niet correct werkt zal de bougie geen vonk geven waardoor er geen verbranding in de cilinder ontstaat.
De bobine gaat vaak kapot door vocht.
Bougie
De bougie zit met zijn uiteinde in de cilinder en geeft een vonk om het mengsel van benzine en zuurstof te laten ontbranden.
Werkt de bougie niet correct doordat deze bijvoorbeeld vies is geworden dan zal er geen of een slechte ontbranding ontstaan.
Cilinder
In de cilinder ontstaat de verbranding van het mengsel door middel van druk en een vonk van de bougie.
De werking van cilinder, zuiger, bougie en kleppen zie je in het filmpje hierboven.
Zuiger
Een zuiger is een onderdeel dat in een cilinder heen en weer kan bewegen. Bij motoren wordt door gassen arbeid uitgeoefend op de zuiger, die arbeid kan dan overgebracht worden op andere onderdelen, bijvoorbeeld de krukas.
Om de zuiger zitten vaak zuigerveren die ervoor zorgen dat er een goede afdichting is tussen de cilinderwand en de zuiger en dus tussen beide kanten van de cilinder.
Carburateur
Een carburateur zorgt ervoor dat de benzine verneveld en met lucht vermengd wordt voordat het mengsel in de cilinder wordt gezogen.
Als de zuiger omlaag gaat om nieuwe lucht aan te zuigen (de inlaatslag), wordt deze lucht via de carburateur aangezogen.
Met behulp van een gasschuif en een gasnaald kan de aan de motor toegevoerde hoeveelheid mengsel worden geregeld.
Sproeier
Een sproeier is een gekalibreerde brandstofdoorlaat in een carburateur. De grootte en vorm van de boring bepalen het mengsel van de motor. Een sproeier ziet eruit als een koperen schroef met een klein gaatje erin.
Er zitten op de carburateur twee belangrijke schroeven, de luchtschroef (kun je de hoeveelheid lucht mee afstellen) en de stationair-schroef, die moet je afstellen zodat de brommer stationair blijft lopen, dus dat hij niet afslaat als je stilstaat en geen gas geeft.